dinsdag 21 mei 2013

De oehoe van Lüerdissen

Het is bijna zes uur als Matt en ik de heuvel op wandelen richting de rotsen. De rit naar Bielefeld duurde langer dan verwacht. Ik ben nog niet eerder in de Hallelujahsteinbruch geweest, maar het aanbod van een hoge concentratie boulderachtige zevendegraads routes die mooier schijnen te zijn dan ze eruit zien heeft me zeker nieuwsgierig gemaakt. Matt hoefde niet hard zijn best te doen om me te overtuigen er de avond door te brengen, zeker nu ik in de twee weken meivakantie veel minder heb geklommen dan ik me voorgenomen had en nog geen enkele nieuwe locatie heb bezocht. 

De onthutsing is dan ook vrij groot als een opvallend rood lint de ingang van de oude steengroeve verspert. Matt tilt net eigenzinnig een voet op om over het lint te stappen, als een Duitser met een hoop stampij uit de bosjes komt stappen. Ik weet werkelijk niet hoe ze het doen, maar de Kletterpolizei ligt in het land van de overvloedige regels altijd op de loer. Meestal zeuren ze over onzinnigheden en staat het ze vooral niet aan als je een sterkere klimmer bent, maar deze man blijkt een uiterst goede reden te hebben om ons staande te houden. Zoals het een ambassadeur van het magnesiumvrije hoofddopjesgilde betaamt, begint hij zijn gesprek met een buitengewoon slecht humeur en een belerende toon. We weten immers toch dat er een oehoe in de steengroeve broedt! Hij is heel groot en heeft drie eieren! Met vriendelijk woorden blijkt de vogelvriend snel te sussen en als hij hoort dat wij niet uit de buurt komen, neemt het begrip voor onze onwetendheid direct toe. Het wordt al vlot een prima gesprek. De Hallelujahsteinbruch is klein en ligt op slechts een uurtje van de (veel interessantere) Ith en trekt daardoor zelden bezoekers van buitenaf. Deze man lijkt te vermoeden dat een aantal locals het klimverbod tijdens vogelbroed aan hun laars lappen. Een duidelijk bord met het dringende verzoek de broedende oehoe met rust te laten, bleek vorige week zelfs gejat te zijn. Maar eerlijk is eerlijk: linten voor rotsen zouden ook bij ons direct het vogelbroedbelletje moeten doen rinkelen. Matt en ik dachten er op dit moment allebei niet aan en het is dus maar goed dat deze held-met-sokken-in-zijn-klimschoenen in de struikjes lag te wachten op onverlaten die de steengroeve stiekem wilden betreden.

Maar balen is het wel! Weer geen nieuwe bestemming en een roteind voor niets gereden. Teleurgesteld lopen we de heuvel weer af en deel ik met Matt de anekdote dat alle rotsen van Lüerdissen - anders dan normaal - alweer zijn opgesteld, omdat de oehoe zich daar dit jaar niet heeft genesteld... Waar zou hij toch gebleven zijn? We besluiten maar terug te rijden naar Teuto om daar de laatste uurtjes voor het donker te klimmen. Als we om kwart over zeven eindelijk het Bocketal inrijden, regent het er. Omdat we er inmiddels drie uur voor gereden hebben, wandelen we toch maar richting de rotsen. Het levert ons het eerste - inmiddels felbegeerde - stukje voorspoed van de dag op: de Königstein blijkt droog te zijn en het stopt met regenen.

Ik warm op door 'Cirkus' 7a te klimmen en stort me vervolgens op de lastige 7b rechts ervan. Na een 6B boulder (de crux van de 7a route die daar loopt), volgt een knalharde crux: dynamisch naar een platte ondergreep, heel hard drukken op een kleine tree om er niet weer uit te schieten, een voet binnendoor bijna op heuphoogte plaatsen en vervolgens dat been helemaal uitdrukken om vanuit de ondergreep volledig gestrekt naar een hoog, klein greepje te gaan. Omdat de ondergreep rechts van alle treden zit, is het een continu gevecht om een 'draaideur' te voorkomen. Het voelt als een 7A boulder, veel te moeilijk voor een 7b route en ik val er vaak uit. De frustratie loopt rap op. Na een aantal pogingen - ik ben de tel al kwijt - lukt het dan toch en verschuif ik mijn aandacht nog gauw naar een directe uitklimvariant. Door heel diep af te blokken vanaf een tweevinger pocket blijkt dit ook mogelijk te zijn. Ik gok 7a+, misschien 7b. De passen lukken snel, maar ik besluit de route te bewaren voor een volgend bezoek. Het dreigt donker te worden, dus ik probeer gauw nog een combinatie van Cirkus en Form-indikator te klimmen. Het levert een moeilijkere inklim in de crux van Form-indikator op, die daardoor nog weer wat lastiger wordt. In de crux aangekomen, is het echter al zo donker dat ik de juiste treden niet meer kan zien... Het lijkt erop dat ik ook deze route voor een volgende keer moet bewaren! Hoewel het oorspronkelijke plan om te klimmen in de Hallelujahsteinbruch in het water is gevallen en we veel te lang gereden hebben voor een korte sessie op de Königstein, ben ik blij met mijn beklimming en de 'ontdekking' van nog twee nieuwe, lastige variaties. De komende maand zit de oehoe van Lüerdissen nog in Bielefeld te broeden en is de kans dus groot dat ik nog eens aan de Königstein kom te hangen. Geen bezwaar!

Omdat de bestaande topo alleen de lijnen Cirkus en Route 16 vermeldt en totaal geen duidelijkheid biedt over de gedefinieerde aard van beide routes (ongedefinieerd overlappen de routes veel en zouden ze beide eerder 6c dan 7a zijn), heb ik - voor iedereen die graag wat moeilijkers probeert - een poging gedaan om wat duidelijkheid te scheppen in onderstaande tekening.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten